Spiritualiteit

De mens heeft zich altijd te verhouden tot zijn of haar natuurlijke omgeving, tot de mens en tot wat dit alles overstijgt. Deze laatste noem ik hier de Overstijgende of de Onuitsprekelijke. Sommige religies hebben de Overstijgende leren kennen als God. Maar ook religies zonder God verhouden zich tot datgene wat al het vatbare en zegbare overstijgt. Spiritualiteit nu is de onderlinge betrokkenheid van de Overstijgende, de mens en de omgeving. Deze betrokkenheid is een wisselwerking tussen deze drie polen: ik groei aan mijn omgeving, aan anderen en aan wat mij overstijgt; mijn omgeving verandert doordat ik er in woon en samenleef; ten slotte krijgt ook de Onuitsprekelijke een eigen gestalte in mij en mijn omgeving, bijvoorbeeld in de vorm van een bepaalde religie.
 
Spiritualiteit is te vinden in verhalen. De Bijbel is een voorbeeld van zo'n verzameling verhalen, waarin mensen vertellen van hun ervaringen met God en de wereld. Zoals alle verhalen hoeven ook religieuze verhalen niet echt gebeurd te zijn om toch waar te zijn. Religieuze verhalen doen geen verslag van wat feitelijk gebeurd is, maar richten degene die ze leest op de diepere, komende realiteit van zijn of haar eigen leven. De waarheid van religieuze verhalen ligt in de toekomst. Er zijn mensen nodig om die toekomst gestalte te geven, maar nooit zonder de omgeving en nooit zonder het onuitsprekelijke.
 
Ik zoek naar de religieuze waarheid van de eigen verhalen: de waarheid die op de lezer ervan toe komt. Ik lees ze daarom als verhalen die in zekere zin nog gaan gebeuren, verhalen van de zoektocht naar het goede leven. Alle mensen zijn daarnaar op zoek; ik zou willen weten hoe zij dat doen, wat hen motiveert, tegenhoudt, helpt, en hoe zij hun spirituele weg waarderen.